Naar aanleiding van een grootschalige kleiontginning heeft BAAC Vlaanderen bvba in opdracht van Wienerberger nv een archeologische opgraving uitgevoerd.
Het terrein met een totale oppervlakte van 10 500m² is vlakdekkend onderzocht door middel van 8 werkputten.De noordoost-zuidwest oriëntatie van deze putten werd vooraf vastgelegd. De oriëntatie werd bepaald door de specifieke geografie van het onderzoeksterrein, dat duidelijk afhelde naar het noordoosten, en op basis van de resultaten van het vooronderzoek, waarbij de nadruk lag op het zo volledig mogelijk vrijleggen van de grote cirkelvormige grachtstructuur die bij dit vooronderzoek werd aangetroffen. Van één van de werkputten werd de lange zijde centraal op de kringgreppel gelegd om zo een volledig profiel op het centrum van deze kringgreppel te kunnen aanleggen. Zo zou eventueel informatie over de bodemopbouw van het centrale deel kunnen afgeleid worden.
Het maaiveld bevond zich op maximaal 60.2 m +TAW in het oosten, en een minimale hoogte van 53.3 m +TAW in het zuidwesten. Het eerste vlak werd aangelegd op een hoogtevan 59.7m +TAW in het westen terwijl in het zuidoosten een hoogte van 53.0 m +TAW werd bereikt.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch onderzoek Rollegemsestraat II [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075399 (geraadpleegd op ).