Het terrein, 28,91 are groot, werd opgedeeld in 12 vlakken die, omwille van de grondopslag, in wisselbeurten werden opgegraven. De nummering van de vlakken geeft de volgorde van opgraven aan. Na aanleg van het vlak werden alle sporen ingemeten, gecoupeerd en leeggehaald. Vondsten werden ingezameld op basis van de spoornummers zodat steeds de relatie spoor/vondst duidelijk blijft. Er werd geen enkele aanwijzing aangetroffen voor een tweede archeologisch niveau. De opgraving bleef met andere woorden beperkt tot één archeologisch vlak. Rondom het op te graven terrein werd een zone van 1 m aan de zijde van de aanpalende percelen gevrijwaard om geen schade toe te brengen aan hagen op de scheiding van de percelen. Parallel aan de straat werd een zone van 5 m gevrijwaard om geen schade toe te brengen aan de te behouden bomenrij.