Bij aanvang van de werfbegeleiding werd snel duidelijk dat het westelijke deel van het te begeleiden tracé al was vernieuwd door het plaatsen van de riolering en de vernieuwde bestrating. Hierdoor kon 116 lopende meter ofwel een oppervlakte van 466 m² niet meer onderzocht kon worden. Bij het oostelijk deel – wat wel nog onderzocht kon worden - werd bij aanvang vastgesteld dat de verharding van de oude wegenis al was weggenomen en vervangen door een werfweg uit steenslag die door zware machines bereden werd. Er werd één enkele werkput aangelegd (WP1). Het eerste archeologisch niveau op ca. 0,4-0,6 m onder het oorspronkelijk vlak, was sterk gecompacteerd en verstoord door de aanleg van een werfweg. De afgraving van de werfweg en verdieping tot op het niveau van de onderzijde van de riolering (ca. 2,2 tot 2,4 m onder het oorspronkelijk vlak) werd systematisch opgevolgd en geregistreerd. Er werden tijdens de werfbegeleiding geen archeologische sporen en archeologische vondsten aangetroffen in het onderzoeksgebied. Er werden ook geen stalen genomen. Er werd geen archeologische site aangetroffen in het onderzoeksgebied. Het volledige onderzoeksgebied kan bijgevolg afgebakend worden zowel in omvang als in diepte, als een zone waar geen archeologisch erfgoed (meer) aanwezig is.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba