Doel van het onderzoek was een ruimtelijke en inhoudelijke analyse van archeologische vindplaatsen. Op basis hiervan is het mogelijk om gebieden af te bakenen die eventueel in aanmerking komen voor een meer gedetailleerd en diepgaander archeologisch onderzoek.Het onderzoek werd opgesplitst in een bureaustudie en het eigenlijke veldwerk. Bij de bureaustudie werden vondstmeldingen en cartografische bronnen (topografische kaarten en bodemkaarten) van het gebied bestudeerd om een eerste inzicht te krijgen in de landschappelijke en archeologische kenmerken van het gebied.Het veldwerk bestond uit prospectie (inclusief booronderzoek) en proefsleuvenonderzoek.
Tijdens de oppervlaktekartering van terrein G1 werd zigzaggend gelopen in oost-west richting in banen met een tussenafstand van drie meter. Terrein G3 werd wegens zijn omvang door middel van parallelle lijnen met een tussenafstand van 5 meter belopen. De zichtbaarheid op terrein G3 was erg goed. Het terrein werd tijdens de oppervlaktekartering geploegd. In combinatie met nachtelijke regen, die er voor zorgde dat de vondsten aan het oppervlak werden schoongespoeld, resulteerde dit in een erg goede vondstzichtbaarheid.
Er werden 96 boringen gedaan op terrein 40 (G1) met de Edelmanboor met een doorsnede van 20 cm (megaboor). Ook werden,in het kader van de veldkartering, een tiental boringen uitgezet die in principe met de gutsboor geboord zouden worden,maar vanwege het vele grind in de ondergrond toch met de megaboor zijn uitgevoerd.In aanvulling op het booronderzoek en de vondst van het artefact uit Wommersomkwartsiet is er een proefputje gegraven van 1 bij 1 m. De grond die eruit kwam werd gezeefd met de vondst van nog twee artefacten als resultaat.
Op terrein 31 tot 39 (G1) zijn 16 boringen met de gutsboor gezet. Deze werden aangevuld met 10 boringen met de megaboor ter hoogte van de aanwezige podzolbodems. Nadien werden op dit terrein vijf proefputten uitgezet van 1 bij 1 m waarvan de inhoud werd gezeefd. Hier zijn geen vondsten meer uitgekomen.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba
Bronnen
Bron: DRIESEN P. 2006: Archeologische begeleiding van de grindontginning door Gralex nv te Maasmechelen, Aron bvba Rapport, Tongeren. Type: literatuur Datum:
Mechelen-aan-de-Maas (Maasmechelen) De oppervlaktekartering leverde slechts een beperkte hoeveelheid vondsten op. We kunnen deze lithische vondsten toeschrijven aan de Michelsbergcultuur.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch vooronderzoek Mechelse Heide Uitbreidingen G1 en G3 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075488 (geraadpleegd op ).
