Voor het landschappelijk bodemonderzoek werden 10 boringen volgens een verspringend driehoeksgrid van 30 x 40 m uitgezet.
Voor het proefsleuvenonderzoek werden acht werkputten (zes proefsleuven en twee kijkvensters) aangelegd. De proefsleuven lagen parallel aan elkaar met een noordwest-zuidoost oriëntatie. Hierdoor werd een oppervlakte opengelegd van 1058,80 m². Dit is 10,67 % van de te onderzoeken zone. Door middel van kijkvensters werd een oppervlakte opengelegd van 336,97 m². Dit is 3,40 % van de te onderzoeken zone. Dit betekent dat 14,06 % van het terrein onderzocht werd.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: All-Archeo bv