De boringen zijn manueel uitgevoerd, hoewel in de archeologienota van machinale boringen werd uitgegaan. Wel diende er rekening gehouden te worden met veel verhardingen in de bodem waardoor 2 boringen vervangen zijn door kleine met de schep uitgevoerde profielputjes. De plannen zijn zodanig gewijzigd dat één van de boringen niet meer uitgevoerd hoefde te worden. Omdat de garageboxen aan het eind van perceel 279A2 toch behouden zullen blijven, hoefde de boring op deze locatie niet uitgevoerd te worden. De locatie van de boringen is iets aangepast ten opzichte van het oorspronkelijke voorstel, om een gelijkaardige verdeling binnen het studiegebied te houden, maar rekening houdende met de reeds zichtbare diepgaande verstoringen. De afstand van de boringen tot de kelders is iets vergroot. Daarnaast is één boring in het tuintje geplaatst omdat ook hier in de nieuwe plannen een verstoring plaats zal vinden. Dit resulteerde in 5 effectief uitgevoerde boringen/profielputten verspreid over het onderzoeksgebied.
Daarna werd het onderzoeksgebied geëvalueerd door middel van drie sleuven.
Het totale onderzoeksgebied is 1861m². Een deel hiervan hoefde niet verder onderzocht omdat de aanwezige kelders en putten duidelijke verstoring hadden veroorzaakt waaronder geen sporen meer te verwachten zijn. Daarnaast blijven enkele schuurtjes binnen het studiegebied staan. In totaal bleef er een studiegebied van ca. 1.598m² over waar proefsleuven moesten worden uitgevoerd. Hier werd ca. 150m² sleuven aangelegd. Dit is slechts 9,4% van de zone van het studiegebied waar sloop plaats zal vinden. Bij het sleuven is echter ook alleen rekening gehouden met de sloop van de gebouwen. Hierbij is overigens wel ook in de tuinzone een sleuf aangelegd omdat reeds bekend was dat er plannen voor ontwikkeling aankwamen. Binnen deze zone is ruim aangetoond dat de zone grotendeels verstoord is.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV