De uitvoering van het landschappelijk bodemonderzoek gebeurde conform de vereisten opgenomen in de Code Goede Praktijk en het programma van maatregelen zoals omschreven in de in akte genomen archeologienota met ID 15551. Deze laatste voorzag in het plaatsen van 18 boringen in een verspringend driehoeksgrid van 30 x 30 m. Het boorplan dat in de archeologienota werd voorgesteld, werd tijdens de uitvoer van het onderzoek aangehouden.
Gezien het landschappelijk bodemonderzoek een zone van ca. 8185 m² aan het licht bracht, waar de bodem verstoord bleek te zijn, werd het verkennend archeologisch booronderzoek enkel over een oppervlakte van ca. 6615 m² uitgevoerd. In deze zone werden in totaal 51 megaboringen ingepland.
Het terrein werd onderzocht door middel van negen NO-ZW georiënteerde proefsleuven met een totale oppervlakte van 1636 m². De afstand tussen de proefsleuven bedroeg 14 m (van middenpunt tot middenpunt) en de proefsleuven waren 2 m breed.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARON bvba