Op basis van de resultaten van het proefsleuvenonderzoek werd besloten om een vlakdekkende opgraving uit te voeren en dit in twee zones. Zone 1 heeft daarbij een oppervlakte van ca. 3978m² en zone 2 een oppervlakte van 3426m². Deze opgraving dient conform de bepalingen van de Code van Goede Praktijk uitgevoerd te worden. Het terrein dient daarbij in 1 niveau opgegraven te worden, waarbij het archeologisch niveau zich bevindt op een diepte van 60 à 80cm onder het maaiveld, wat neerkomt op 26,2 tot 27,6m TAW. Tijdens de archeologisch opgraving dient het archeologische niveau, alsook de storthopen gecontroleerd te worden met een metaaldetector.
De twee op te graven zones, zone 1 met een oppervlakte van ca. 3978m² en zone 2 met een oppervlakte van ca. 3426m², werden opgedeeld in zes werkputten. Het gaat hierbij om een site zonder complexe stratigrafie, waarbij de werkputten werden aangelegd tot op het archeologisch relevante niveau. De opgravingszones werden opgedeeld in werkputten zodat elke zone op korte termijn afgewerkt kan worden en de sporen niet degraderen door het openliggen.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ARCHEBO bvba