In een eerste fase werden WP 1 & 2 aangelegd en volledig afgewerkt met uitzondering van 2 aangetroffen waterputten. Deze werden voorzien van bemaling. De afgegraven grond werd gestockeerd ter hoogte van WP 3 & 4. De keuze om met WP 2 te beginnen wordt verklaard door de identificatie van een waterput tijdens het proefsleuvenonderzoek. In een tweede fase werd om praktische redenen eerst WP4 aangelegd en afgewerkt. Vervolgens werden in een derde fase de aangetroffen waterputten uit WP 1 & 2 afgewerkt. Daarnaast werd WP3 aangelegd en afgewerkt, inclusief een derde waterput met bemaling. Tot slot werd WP5 aangelegd als uitbreiding.
Tijdens het terreinwerk werd licht afgeweken van de vooropgestelde advieszone: - Aan de noordelijke grens van de advieszone werd tijdens de opgraving een huisplattegrond aangetroffen. Om er zeker van te zijn dat er buiten de advieszone geen gerelateerde sporen meer aanwezig waren, werd aan de noordelijke zijde nog een kleine werkput aangelegd van 226m² (Werkput 5). In deze werkput werden geen archeologisch relevante sporen meer aangetroffen. - De oostelijke grens van werkput 3 werd opgeschoven naar het oosten toe (m.a.w. een uitbreiding van WP3) om een beter beeld te krijgen van de aangetroffen gracht (S160). - Anderzijds werden de werkputten die aan de rand van het projectgebied grensden iets kleiner aangelegd. Er werd voldoende afstand gehouden om de stabiliteit van de aangrenzende afsluitingen en muren niet in gedrang te brengen. Dit zonder tekort te doen aan de archeologische evaluatie van het terrein.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Ruben Willaert nv