Voor de nieuwe verwarmingsinstallatie werd de inplanting van de Mahr-putten gekozen op basis van de GPR-scan, om de zones waar massieve structuren worden verondersteld zo min mogelijk te verstoren. De middenbeuk werd vermeden, in de noord- als zuidbeuk komen twee convectorputten met een afmeting van 145x90x90cm. In de noordbeuk werd tevens een sleuf voor de tussenliggende leidingen aangelegd van ca. 16m lang, 30cm breed en 30cm diep. Buiten de kerk werd zowel een kanaal aan de zuidkant als voorkant gegraven, ca. 37m lang.
Werkputten 1 en 2 liggen in de zuidbeuk, respectievelijk oostelijk en westelijk. Werkputten 3 en 4, respectievelijk oostelijk en westelijk, liggen in de noordbeuk, net als de tussenliggende sleuf werkput 5. Werkput 6 is de verdieping in de bergruimte van het westportaal (chauffagekot). Werkput 7 is de buitensleuf aan de zuidkant en werkput 8 tenslotte de sleuf aan de voorkant van de kerk. In het oorspronkelijk plan hadden de convectorputten een afmeting van 145x90x90cm, maar ze werden uiteindelijk breder uitgegraven. De verstoringsdiepte van -90cm werd wel behouden. De leidingsleuven buiten de kerk werden tot een diepte van -50cm uitgegraven i.p.v. -30cm.
In de noordbeuk diende zich snel een onvoorzien probleem op door de aanwezigheid van verscheidene grote grafstenen. In WP3, de westelijke Mahr-put in de noordbeuk, kwam in de NO-hoek een 16cm dikke grafsteen deels bloot te liggen, 80 op 50cm. Na overleg met de betrokken partijen (Architectenbureau Pauwels, Kerkfabriek Sint-Anna, Monument Vandekerckhove nv, Onroerend erfgoed en archeologen) op 28 januari werd beslist deze put iets meer naar het westen te verplaatsen om zo deze massieve blok te kunnen laten liggen. De oostelijke put in de noordbeuk, WP4, vereiste een grotere aanpassing. De convectorput werd verschoven naar het zuiden om een goed bewaarde grafsteen van 290x141x17cm in situ te kunnen laten liggen. Een kleinere grafsteen, 220x109x15cm, moest echter integraal uitgelicht worden. Deze massieve grafplaten werden niet herkend met de grondradar. Ook in de andere werkputten kwamen meer sporen aan het licht dan verwacht werd volgens het groundtraceronderzoek.