Beschrijving

Het vooronderzoek met ingreep in de bodem dat uitgevoerd werd, betrof een landschappelijk bodemonderzoek en een proefsleuvenonderzoek.

Het landschappelijk bodemonderzoek werd uitgevoerd op 28 oktober 2021. De uitvoering van het landschappelijk bodemonderzoek gebeurde conform de vereisten opgenomen in de Code Goede Praktijk en het programma van maatregelen zoals omschreven in de in akte genomen
archeologienota. Deze laatste voorzag in het plaatsen van 8 boringen in een verspringend driehoeksgrid van 30 x 30 m. Het boorplan dat in de archeologienota werd voorgesteld, werd tijdens de uitvoer van het onderzoek aangehouden.
De boringen werden uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 9 centimeter. De diepte van de geplaatste boringen varieerde van ca. 70 cm onder het maaiveld tot 190 cm. Dat bij een aantal boringen niet dieper werd geboord, heeft te maken met aanwezige verstoring.
Alle boorprofielen werden gefotografeerd en beschreven. Er werden hieruit 3 referentieprofielen gekozen.

Het proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd op 24 november 2021. In totaal werden 3 parallelle noordwest-zuidoost georiënteerde proefsleuven aangelegd, die haaks op het droogdal ter hoogte van de Nieuwe Steenweg en met de lengterichting van het terrein mee. De geplande sleuven ten zuiden van de aanwezige NATO-leiding dienden niet aangelegd te worden aangezien de bodem hier vergraven en daarna opgehoogd was. De afstand tussen de proefsleuven bedroeg gemiddeld 15 m (van middelpunt tot middelpunt). De proefsleuven zijn 2 m breed. Op deze wijze werd ca. 552 m² of in totaal 11,3 % van de totale oppervlakte van het gebied (ca. 4867 m²) onderzocht.
Bijkomend werd minstens 1,2 % van het terrein of ca. 60 m² onderzocht d.m.v. een kijkvenster. Dit kijkvenster werd aangelegd op basis van de resultaten van de sleuven. Op die manier werd er gecontroleerd of er in de buurt van paalkuil S2 andere sporen aanwezig waren. In totaal werd er dus 612 m2 of in totaal 12,5 % van het onderzoeksgebied (4867 m2) onderzocht.

Er werden in totaal 3 profielputten aangelegd om de bodemopbouw te kunnen bepalen. De profielkolommen zijn gezet tot een maximale diepte van 2 m. De relevante delen van de putwandprofielen werden over een breedte van minimaal 1 meter opgeschoond en geregistreerd, conform de bepalingen in Hoofdstuk 10 van de Code van Goede Praktijk. Er werden op deze manier voldoende bodemprofielen geregistreerd zodat een transect in de lengterichting ontstaat. Alle profielputten werden als referentieprofiel gekozen.

Bronnen

Bron: VANAENRODE W. 2021: Nota – Heers, Nieuwe Steenweg. Bouw van een bedrijfsloods met omgevingswerken, ARON rapport 1087, Tongeren.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: 2021