Het proefsleuvenonderzoek vond plaats op een site met een matig complexe verticale stratigrafie. Het sleuvenplan zoals opgenomen in de bureaustudie voorzag in de aanleg van vijf parallelle bijna oost-west georiënteerde sleuven. Dit plan werd volledig gevolgd. Voor de uitgraving werd gebruik gemaakt van een niet-getande graafbak van 2m breed. Er werden enkele kijkvensters aangelegd om de aan- of afwezigheid van sporen na te gaan. De grond werd gescheiden afgegraven en gestockeerd naast de sleuf. Na afronding van het onderzoek werden de sleuven opnieuw gedicht. Het plangebied was ca. 6731m² groot. Ca. 890m² (13,2%) werd onderzocht door middel van proefsleuven en kijkvensters. De vooropgestelde dekkingsgraad van 12,5% zoals opgenomen in de Code van Goede Praktijk (te verdelen over 10% sleuven en 2,5% dwarssleuven/volgsleuven/kijkvensters) werd hiermee ruim behaald.
Relevante delen van de putwandprofielen werden opgeschoond en geregistreerd als referentieprofiel. In totaal werden 5 profielen geplaatst, verspreid over het volledige terrein, waarbij algemeen eenzelfde bodemsequentie kon vastgesteld worden, meer bepaald een teelaarde op de Bt-horizont, het niveau waarop de sporen leesbaar werden.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch vooronderzoek Leuvensesteenweg 348 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075614 (geraadpleegd op ).