De boringen zijn handmatig uitgevoerd met een Edelmanboor met een diameter van 15 cm. Daarbij is steeds de top van het in situ-sediment, hier de Bs-, Bw-, Bt-, BC- en/of C(g)-horizont, over een diepte van ca. 30cm bemonsterd (ca. drie boorkoppen; ca. 10-12L).
Boringen 1-60 werden niet uitgevoerd wegens de ligging van het projectgebied op een landweg. Hierdoor is het potentieel op kennisvermeerdering met deze onderzoeksmethode klein.
Boringen 79 en 80 werden niet uitgevoerd wegens de ligging op een ontoegankelijke schapenweide.
Boringen 89 – 93 konden eveneens niet worden uitgevoerd wegens de ligging op een verharde weg.
Boring 179 werd niet uitgevoerd wegens de ligging op een weg. Bij een eventuele verplaatsing lag de boring zeer dicht bij boring 178 of boring 180 waardoor er geen extra informatie zou gewonnen worden.
Boring 111 werd geboord, maar gestuit en bijgevolg niet bemonsterd.
Baatmeers (Aalst) Naar aanleiding van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor de aanleg van een nieuw waterleidingtracé tussen Opwijk en Gijzegem in de provincies Vlaams-Brabant en Oost-Vlaanderen vond een landschappelijk bodemonderzoek en een verkennend archeologisch booronderzoek plaats.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Verkennend archeologisch booronderzoek Lebbeke-Opwijk [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075713 (geraadpleegd op ).
