Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling en na een positief vooronderzoek, vond binnen het plangebied een vlakdekkende opgraving plaats.
Rekening houdend met een efficiënt grondverzet werd het terrein verdeeld in 4 langgerekte noord-zuid gerichte werkputten. Het eerste opgravingsvlak werd aangelegd, juist onder het akkerdek op een hoogte van 25,60 m TAW in het westen, oplopend tot 25,85 m in het oosten. Plaatselijk werd een tweede vlak aangelegd: ter hoogte van het grachtensysteem uit de late middeleeuwen in het oosten en ter hoogte van de waterput uit de ijzertijd in de noordwestwand van de te onderzoeken zone. Het aangelegde vlak werd gescreend met de metaaldetector. Verspreid over het terrein werden 28 profielen geregistreerd. Daarvan werden door de assistent-aardkundige twee relevante profielen geselecteerd en beschreven.
In totaal werden 161 aardewerkscherven ingezameld, er werden 44 monsters genomen en er zijn sporen geregistreerd. Zes stalen uit de waterput zijn geselecteerd voor verder onderzoek: pollenonderzoek en radiokoolstofdatering op houtskool en plantaardig materiaal.
Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Fodio bvba