Het slib werd gefaseerd onderzocht waarbij eerst het naast de dam gestapelde slib ter plekke werd onderzocht en vervolgens het resterende slib dat op het gras opzij was gelegd en open gespreid. Het opzijgeduwde slib bij aanleg van de dam vormde enkel in het zuiden een vastere massa en dit in de zone van de vermoedelijk aanwezige latrine ten zuiden van de brug en -in veel mindere mate- ter hoogte van de donjon. Ook ten noorden van de brug bleef beperkt slib aanwezig. Mogelijk was de rest door de stroming verderop in de vijver gespoeld. Ook bij het uithalen van het slib was dat ter hoogte van de genoemde locaties opvallend veel vaster in vergelijking met de andere zones. Enkel het slib ter hoogte van de latrine ten zuiden van de brug bevatte vondsten. Hoe dichter bij de brug, hoe meer recente voorwerpen aangetroffen werden (glazen, flessen, plastic bekertjes..). De werkmethode was niet geschikt voor het detecteren van mogelijke oudere muren/constructies buiten de kasteelsite.