De studie van historische dakconstructies in hout is een volwaardig onderdeel van architectuurhistorisch onderzoek. Dakkappen bieden niet alleen een inzicht in de evolutie van houtbouw en het timmermansambacht, ze laten ook een beter begrip toe van de geschiedenis van een gebouw. De dakkap vormt doorgaans het sluitstuk van een ruwbouwfase. Bij latere uitbreiding of aanpassing van het gebouw blijft de originele dakkap soms integraal onderdeel uitmaken van het gerenoveerde gebouw. In andere gevallen wordt een nieuwe kap opgetrokken, waarbij mogelijk het oudere bouwhout (gedeeltelijk) wordt gerecupereerd. De dakkap refereert daardoor steeds naar het originele ontwerp of een ingrijpende bouwfase van een gebouw. De datering van een dakkap vormt aldus een ankerpunt in de bouwgeschiedenis en is onlosmakelijk verbonden met het optrekken van muurwerk of de bouwfasering.
Voor oude dakconstructies biedt de binnenstad van Brugge een onvergelijkbaar onderzoekspotentieel. Dankzij de uitzonderlijk goede bewaring van het historisch stadslandschap vindt men in Brugge nog talrijke dakkappen uit de middeleeuwen en nieuwe tijd. Van 1998 tot 2018 werden door het agentschap Onroerend Erfgoed en haar voorgangers in totaal 148 dakkappen bezocht en gedocumenteerd. De catalogus van de onderzochte kapconstructies is gepubliceerd in dit onderzoeksrapport. Het gaat om kappen die al gekend waren uit de literatuur of werden ontdekt tijdens werfinspecties door het agentschap Onroerend Erfgoed van de Vlaamse Overheid. 59 kappen werden dendrochronologisch gedateerd. Er is geen voorkeur gegeven aan bepaalde types van gebouwen; naast kerken en openbare gebouwen (hallen, hospitalen) werden ook heel wat burgerhuizen onderzocht. Als een inventaris van constructies die niet zichtbaar zijn van op het openbaar domein is dit onderzoek een aanvulling en uitdieping van de inventaris van het bouwkundig erfgoed Bouwen door de eeuwen heen voor de historische stadskern van Brugge, waarin gebouwen hoofdzakelijk worden beschreven op basis van de zichtbare buitengevels.
De overgrote meerderheid van de beschreven kappen bevindt zich in de historische stadskern van Brugge, binnen de tweede stadsomwalling van 1297-1300. Daarnaast zijn ook enkele kappen in Brugse deelgemeenten beschreven: in Assebroek (kasteel Zevekote) en in Lissewege (abdijschuur van Ter Doest). Ten slotte zijn ook de kappen van de O.L.V.-kerk, het Sint-Janshospitaal en het stadhuis van Damme onderzocht. Hoewel hiermee buiten de afbakening wordt getreden van de historische stadskern van Brugge kan de opname van deze gebouwen toch worden verantwoord. Er is de evidente nabijheid en, in het geval van Damme, de nauwe historische band als voorhaven van Brugge in de 13de en 14de eeuw.
Al biedt de gepubliceerde catalogus zeker geen exhaustief overzicht, en zal deze ongetwijfeld nog verder aangevuld worden met nieuwe ontdekkingen, toch heeft dit onderzoek van oude kappen in Brugge nogmaals aangetoond dat achter historische gevels vaak nog veel oudere constructies kunnen schuilgaan. Tijdens de inventarisatie van middeleeuwse dakkappen in Brugge, werd dankbaar gebruik gemaakt van dendrochronologisch onderzoek. De houten elementen van de onderzochte dakkappen vormen immers het uitgelezen onderzoeksmateriaal voor jaarringanalyse. De resultaten van een dendrochronologisch onderzoek laten in de eerste plaats toe de dakconstructies exact te dateren, waardoor men zeer nauwkeurig kan bepalen wanneer een gebouw of een deel ervan onder dak werd gebracht. Ook latere herstellingen of hergebruik van oudere materialen zijn met behulp van deze dateringstechniek te detecteren. Bovendien kan ook het herkomstgebied van het bouwhout nader bepaald worden, wat in een ruimere context ook een inkijk biedt op de socio-economische organisatie en handelsbetrekkingen die nodig waren om het nodige bouwmateriaal aan te voeren.
Deze geïntegreerde aanpak, waarin bouwhistorisch en dendrochronologisch onderzoek elkaar aanvullen en sturen, laat toe de historische context waarin een gebouw tot stand kwam beter te begrijpen. Dit maakt een precieze omschrijving van de erfgoedwaarde mogelijk en zo een gefundeerde motivatie voor de wettelijk beschermde status van een gebouw.
Voor de inventaris van het bouwkundig erfgoed betekende het onderzoek van de Brugse dakkappen de herziening van de datering van meerdere gebouwen, zowel van grote stadskerken en openbare gebouwen als van historische woonhuizen. Deze nieuwe gegevens zijn opgenomen in de rubriek 'aanvullende informatie'. In één geval bleek een volledig nieuwe inventaristekst aangewezen.
Auteurs: Debonne, Vincent
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Middeleeuwse dakkappen in Brugge en ommeland [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1075883 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.