Naar aanleiding van de aanvraag van een omgevingsvergunning voor een woonverkaveling en na een positief vooronderzoek, vond binnen het plangebied een vlakdekkende opgraving plaats.
De op te graven zone is verdeeld in 12 werkputten die vlakdekkend werden uitgegraven tot op het archeologische niveau. Verspreid over het terrein werden tevens profielen schoongemaakt en geregistreerd teneinde de bodemopbouw te kunnen onderzoeken.
Tijdens de opgraving zijn in totaal 173 sporen geregistreerd. In totaal zijn 29 vondstcontexten geborgen tijdens de opgraving. Het grootste deel van de vondsten betreft aardewerk. Verder zijn verschillende contexten bemonsterd voor botanisch onderzoek. Vervolgens is een oud loopniveau geselecteerd voor waardering van zowel pollen als botanische macroresten. Deze stalen zijn gewaardeerd om na te gaan of de macroresten en/of pollen informatie kunnen bieden over de landschaps- en vegetatiereconstructie, landbouw en voedseleconomie. Na deze waardering zijn de stalen echter niet geselecteerd voor verder onderzoek (slechte bewaring). Er zijn elf sporen aangetroffen met daarin verbrand bot. De crematiegraven werden volledig bemonsterd. De aangetroffen crematieresten onderzocht door een fysisch antropoloog.