Het volledige plangebied werd onderzocht in één werkput. Binnen deze werkput werden in totaal zes vlakken aangelegd. Het terrein helt licht af naar het zuidoosten, van 23,86m +TAW in het westen naar 23,58m +TAW in het oosten. Daardoor zijn de hoogteverschillen ten opzichte van het maaiveld in het oosten van de werkput kleiner. De eerste drie vlakken werden aangelegd in een pakket ophogingslagen. Vlak 1 werd aangelegd op een diepte van circa 40cm beneden maaiveld, waarbij vlak 1 niet over de volledige oppervlakte van het plangebied werd aangelegd. Vlak 2 werd aangelegd op een diepte van circa 60cm en vlak 3 op een diepte van circa 90cm. Vlakken 4 en 5 werden aangelegd in afzettingen van de Dijle. Vlak 4 werd aangelegd op een diepte van circa 120cm beneden maaiveld en vlak 5 op een diepte van circa 170cm. Vlak 6 werd aangelegd in de vaste ondergrond op een diepte van circa 200cm beneden maaiveld.