De opgraving werd uitgevoerd naar aanleiding van het advies uit Nota “Nota Beveren-Waas Kallo, Baac Vlaanderen Rapport Nr. 1868” (ID19234). Tijdens de opstart werd echter meegedeeld dat de methodiek van de aanleg van de werfwegenis aangepast werd naar een werkwijze waarbij geen impact zou zijn op het bodemarchief. Naar aanleiding van deze nieuwe gegevens werden de werken dan ook stilgelegd en werd een nieuwe impactanalyse opgesteld.
Deze leidde ertoe dat het kennispotentieel, zoals bepaald bij opmaak van het PvM bij de Nota niet langer geldig was, noch de noodzaak tot verder onderzoek. De opgraving werd stilgelegd en het reeds aangelegde vlak opnieuw gedicht, zonder bijkomend de bodem te verstoren. Onderstaand is bijgevolg slechts een verslag van resultaten van de opgraving die tot de bekendmaking van de aangepaste methodiek van aanleg werfwegenis werd uitgevoerd.
Er werd slechts een deel van de eerste werkput aangelegd voor een totale oppervlakte van 180 m².