In eerste instantie werd een landschappelijk booronderzoek uitgevoerd op het terrein. Dit onderzoek vond plaats op woensdag 3 augustus 2022. In totaal werden vijf boringen geplaatst, verspreid over het volledige terrein. Hierbij werd vastgesteld dat de toplaag moeilijk doordringbaar was over quasi het volledige terrein vanwege de aanwezigheid van puinhoudende lagen en wortels. Hierdoor dienden drie van de boringen gestaakt te worden in de Ap-horizont. De overige twee boringen vertonen een gelijkaardige Ap-Bt-bodemopbouw. Er werden geen afdoende indicaties aangeboord voor steentijdgevoelige zones, waardoor geen verder booronderzoek werd uitgevoerd. Wel zouden eventueel sites met grondsporen aanwezig kunnen zijn in de top van de Bt-horizont. Mogelijk komen echter eveneens verstoorde zones voor.
Het proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd op maandag 8 augustus 2022. Het sleuvenplan zoals opgenomen in het programma van maatregelen bij de bureaustudie voorzag in de aanleg van vier noordoost-zuidwest georiënteerde proefsleuven. Dit plan werd gedeeltelijk aangepast naar de terreinomstandigheden.
Het plangebied had een oppervlakte van ca. 3.660m². Hiervan werd ca. 411m² (11,2%) onderzocht door middel van proefsleuven en kijkvensters. De vooropgestelde dekkingsgraad van 12,5% zoals opgenomen in de Code van Goede Praktijk (te verdelen over 10% sleuven en 2,5% dwarssleuven/volgsleuven/kijkvensters) werd hiermee net niet behaald. Het proefsleuvenonderzoek kon echter wel een duidelijk beeld werpen op het archeologisch potentieel van de site, dat in dit geval negatief bleek te zijn.