Het projectgebied ligt in een zone die gekenmerkt is door een lage densiteit aan bebouwing in het verleden. Daarom werd bijzondere aandacht verleend aan de landschappelijke opbouw en het landgebruik in en rond het gebied. De aard van de werken werd afgewogen tegenover de beschikbare kennis van het projectgebied op archeologisch, historisch en landschappelijk vlak. In 2013 werd een vooronderzoek uitgevoerd door Raakvlak dat bestond uit een bureaustudie, een veldprospectie, een landschappelijk en archeologisch booronderzoek en een proefsleuvenonderzoek. De resultaten van dit onderzoek dienden als leidraad tijdens de opgraving.
Op vrijdag 11 oktober 2013 zijn vijf landschappelijke boringen uitgevoerd verspreid over het terrein.
Op 6 en 10 november 2013 zijn 141 archeologische boringen uitgevoerd verspreid over het terrein. De boringen zijn aangelegd volgens een verspringend grid met een tussenafstand van 10 m. Van alle 141 boringen is een staal verzameld. De opgeboorde sedimenten zijn nat gezeefd boven een maaswijdte van 1 mm. Na het drogen worden de zeefresidu’s doorzocht op de aanwezigheid van archaeologica. Na controle leverde geen enkele boring een positief resultaat op. In geen enkel bodemstaal zijn artefacten, silex of ander, gevonden. Dit wijst op de lage kans op high density sites binnen het projectgebied, maar niet op de afwezigheid van archeologische sites.
Tussen maandag 9 december en woensdag 11 december 2013 is een proefsleuvenonderzoek uitgevoerd. Op de percelen zijn vijf sleuven en drie kijkvensters aangelegd. Daarbij vonden onderzoekers 29 sporen. Om de sporen niet te beschadigen, zijn geen coupes gezet op de sporen van de structuur. Het proefsleuvenonderzoek bevestigt de goede bewaring van de bodem en levert bovendien sporen op van een gebouwplattegrond en ploegsporen.
Bron: VERWERFT D., HUYGHE J., ROELENS F., LAMBRECHT G & MIKKELSEN J. H. 2018: Barrièrestraat, Sint-Michiels (Brugge): resultaten van de archeologische opgraving (conceptrapport); Raakvlak, Brugge, 2014/097 Type: literatuur Datum: