Er werd één werkput aangelegd voor een totale oppervlakte van ca. 1.790 m². Deze beslaat het noordelijke en centrale deel van het plangebied. De werkput werd in drie fasen aangelegd. In een eerste fase werd het zuidwestelijke deel van het terrein afgegraven. Na afwerking van dit deel werd
het noordoostelijke deel van het terrein afgegraven. Hierbij werden de sporen die op de rand tussen beide zones waren gelegen, nu volledig vrij gelegd. In een laatste fase werd nog een klein stukje in het zuiden van het plangebied afgegraven. Er werd telkens tot 2,00 m afstand gehouden van de perceelsgrenzen en de achtertuinen van de woningen gelegen aan de Beertegemstraat, de Oude Dorpsweg en de Molendamstraat.
Het opgravingsvlak werd aangelegd met behulp van een kraan op rupsbanden van 22 ton met een gladde graafbak van 1,80 m. Van alle opgravingsvlakken werden overzichtsfoto’s gemaakt. De werkputten en sporen werden ingetekend door middel van een GPS van het type Geomax Zenith 25 PRO en gedocumenteerd aan de hand van beschrijvingen. Indien een spoor zich tegen de putwand bevond, werd het werkputprofiel opgeschoond om de relatie tussen het spoor en de bodemhorizonten te registreren. Sporen-, foto- en vondstenlijsten werden digitaal geregistreerd in het veld. Gebruik makend van een GIS omgeving werden de verzamelde data verwerkt tot een gedetailleerd en overzichtelijk grondplan. De meeste sporen werden handmatig onderzocht. De grotere kuilen en drenkpoel werden machinaal met de grote kraan gecoupeerd en afgewerkt. Ook de sporen in het zuidelijke deel van het vlak werden machinaal gecoupeerd omwille van de vrij harde ondergrond. Deze sporen, net als alle andere overige sporen werden met de hand afgewerkt. De structuren werden bemonsterd voor daterend onderzoek.
Er is een afwijking op het voorgestelde programma van maatregelen gebeurd. De advieszone van de Nota met ID1383019 bedraagt het volledige plangebied, ca. 3.100 m². Dit kon in praktijk niet in zijn volledigheid worden opgegraven. In het zuidoostelijke deel van het terrein was de huidige bebouwing nog aanwezig en bewoond op het moment van de uitvoering van de werkzaamheden. Om de stabiliteit van deze woning niet in het
gedrang te brengen werd rondom een buffer voorzien van ca. 4,00 m. In de voortuin van de woning, met een breedte van ca. 8,00 m, moest daarbij ook rekening worden gehouden met de aanwezigheid van leidingen. In de achtertuin van de woning werd bij het afgraven van het vlak duidelijk dat dit deel grondig was verstoord. Er werden funderingsresten en een recente betonnen waterput aangesneden met nog enkele aanwezige leidingen. Onder de huidige woning mag bijgevolg een gelijkaardige grondige verstoring van de bodem worden verondersteld. Het lijkt dan ook niet opportuun dit deel in een latere fase nog te onderzoeken. De volledige zuidoostelijke zone van het plangebied, voor een oppervlakte van ca. 870 m², werd dus om praktische redenen of omwille van aanwezige verstoringen niet onderzocht. Het plangebied werd in praktijk herleid tot een gebied van ca. 2.416 m².
Auteurs: Schynkel, Evelyn
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba
Bron: Schynkel E. 2021: Eindverslag opgraving Kruisem Ouwegem, Beertegemstraat 13, Gent.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Beertegemstraat 13 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076396 (geraadpleegd op ).
Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed
Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.