De eerste fase van het vooronderzoek bestond uit een landschappelijk booronderzoek. Voor terreinen 1 & 2 werd een verkennend archeologisch booronderzoek aanbevolen, op terrein 3 & 4 diende rechtstreeks overgegaan te worden tot een proefsleuvenonderzoek. Het verkennend archeologisch booronderzoek op terrein 2 diende uitzonderlijk mechanisch uitgevoerd te worden omwille van de aanhoudende droogte. Tijdens het verkennend archeologisch booronderzoek op terreinen 1 & 2 werden verschillende boringen aangetroffen waarbij een B-horizont aanwezig was. Hier werden stalen ingezameld en gezeefd maar werden geen steentijdartefacten aangetroffen. Voor beide terrein werd geoordeeld dat er mogelijk nog sporensites aanwezig zijn en dat dit onderzocht moet worden door middel van een proefsleuvenonderzoek. Tijdens dit proefsleuvenonderzoek werden verschillende profielen geplaatst om de bodemopbouw in kaart te brengen. Tijdens het proefsleuvenonderzoek werden in totaal 10 werkputten en 5 kijkvensters aangelegd. Deze lagen verspreid over vier terreinen.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2025: Archeologisch vooronderzoek Romershovenstraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076409 (geraadpleegd op ).