Tijdens de begeleiding bleek dat omwille van praktische en stabiliteitsredenen de kelder van het pand aan de Demerstraat 50 reeds was ontdaan van het gewelf en volgestort met puin. Hierdoor was het niet mogelijk om deze kelder te onderzoeken voorafgaande aan de begeleiding. Tijdens de begeleiding werd het volledige achtererf van Demerstraat 50 opgegraven alsof het een normale opgraving betrof.
Omwille van enorme problemen met de stabiliteit tijdens werken voor de toekomstige kelder en miscommunicatie werd de kelder van Demerstraat 50 verwijderd tijdens deze werken zonder aanwezigheid van de archeoloog. Ook de moderne betonnen kelder van de Molenpoort 2 was reeds uitgebroken na het verwittigen van de archeoloog voor een volgende fase van het onderzoek. Doch dit laatste had toch geen consequenties voor de archeologie gehad aangezien de moderne kelder 2 meter doorheen het archeologisch vlak ging.
Diezelfde stabiliteitsproblemen maakte ook dat er niet tot tegen de projectgrenzen kon onderzocht worden in vlak 1. Ook de kelder kon niet uitgegraven worden wegens instortingsgevaar van de pand aan de Demerstraat 48.
Onder de recente kelder van het perceel aan de kant van de Molenpoort werd een nieuw vlak aangelegd (vlak 2) dat initieel verkeerdelijk werd aanzien als vlak 1 aangezien elke referentie t.o.v. de eerder opgegraven zone volledig ontbrak. De aangetroffen “sporen” (verder verloop van S1 en nieuw spoor S20) waren dan ook natuurlijk (wat het ontbreken van vondsten ook verklaarde). Nadat op vlak 2 de waterput (S17) werd aangetroffen, die een stuk dieper ging dan de geplande werken, was duidelijk dat er geen verdere sporen meer te verwachten waren, 2 m onder het archeologisch vlak.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch onderzoek Demerstraat 50 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076438 (geraadpleegd op ).