Gebeurtenis

Proefsleuvenonderzoek Losschaert I

proefsleuven en proefputten i.f.v. sporensites, materiaalstudie
ID
1076566
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076566

Beschrijving

Het terrein, ongeveer 20ha groot, werd onderverdeeld in 5 loten en archeologisch geprospecteerd in drie fasen. Drie loten, samen goed voor 10ha, waren onmiddellijk vrij van gebruik en konden aansluitend archeologisch geprospecteerd worden. Dit gebeurde in de week van 16 september tot 3 oktober 2014. Voor de andere twee loten was het wachten tot de velden gerooid waren (fasen 2 en 3). Het onderzoek op het voorlaatste lot werd gestart op maandag 27 oktober 2014 en afgewerkt op woensdag 5 november. Fase 3, op het laatste lot, van de prospectie werd gestart op maandag 24 november 2014 en afgerond op maandag 1 december 2014. Tijdens fase 3 konden enkele sleuven niet volledig uitgegraven worden omwille van een aanzienlijke hoeveelheid oppervlaktewater. Hierop werden de sleuven enigszins ingekort om te vermijden dat het onderzoeksvlak onder water kwam te staan. Ook het noordwestelijke deel van het terrein bleek een uiterst slechte waterhuishouding te kennen.

Het onderzoek gebeurde door middel van parallelle proefsleuven. In totaal werden 85 noord–zuid georiënteerde proefsleuven aangelegd haaks op de beekhelling, met een lengte die varieerde tussen 20m en 260m. De tussenafstand tussen de sleuven bedroeg nergens meer dan 15m. Tijdens het onderzoek werden de teelaarde en de ondergrond gescheiden afgegraven en gestockeerd. Voor het afgraven werd gebruik gemaakt van een rupskraan met een platte graafbak van 1,80m breed. De bodem werd afgegraven tot op het archeologisch relevante niveau, waar de sporen zichtbaar werden. Dit gebeurde steeds onder begeleiding van de vergunninghoudende archeoloog om te verzekeren dat de juiste diepte werd bekomen. Alle grondsporen werden gefotografeerd en beschreven. Niet lineaire archeologische sporen die zich deels onder het niet afgegraven vlak bevonden, werden verder in hun geheel opengelegd voor een beter inzicht. Daarnaast werden op verschillende plaatsen waar sporenclusters aangetroffen werden kijkvensters aangelegd om een beter inzicht te krijgen in de aanwezige sporen.

In twee gevallen werden stalen genomen voor verder onderzoek. Met het oog op een goede inschatting van de bewaringstoestand van de Romeinse brandrestengraven werd een crematiegraf archeologisch onderzocht en bemonsterd. Daarnaast werd ook een kuil bemonsterd met het oog op materiaalrecuperatie in functie van een duidelijke datering.

Auteurs: Vervoort, Thomas; Vanhoutte, Christof
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)

Bronnen

Bron: VANHOUTTE C., 2017: Archeologische prospectie Zwevegem Losschaert: Basisrapport, Rapport 2017/11, BRUYNINCKX T. red., Monument Vandekerckhove, Ingelmunster, 67.
Type: literatuur
Datum:


Relaties

Wordt opgevolgd door

Archeologisch onderzoek Losschaert

Harelbeekstraat, Hinnestraat, Luipaardstraat, Pluim (Zwevegem)

Archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem Losschaert

Harelbeekstraat, Hinnestraat, Luipaardstraat (Zwevegem)


Bekijk gerelateerde waarnemingen

Boerderijstraat, Harelbeekstraat, Hinnestraat, Luipaardstraat, Oudenaardsesteenweg, Pluim, Vanhemmens Hoevestraat (Zwevegem)
In totaal konden 922 grondsporen geregistreerd worden, waarbij het merendeel een duidelijke antropogene oorsprong kent. Hierbij kwamen een groot aantal interessante sporen(clusters) aan het licht, gaande van het neolithicum tot de 20ste eeuw. Het grootste aantal sporen kan voorlopig gedateerd worden in de (midden-)Romeinse periode en in de volle middeleeuwen. Daarnaast werden ook enkele verspreide vondsten geregistreerd die te linken zijn aan steentijdaanwezigheid.


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Proefsleuvenonderzoek Losschaert I [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076566 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.