Bij infrastructuurwerken van De Watergroep op het kruispunt Ieperstraat - Bourgognestraat werden stoffelijke resten gevonden. De politie en Jan Decorte van CO7 werden verwittigd. De vondst werd gemeld bij het agentschap Onroerend Erfgoed. Het archeologisch onderzoek gebeurde binnen de raamovereenkomst 'toevalsvondsten WO I met gesneuvelden'.
Het terreinonderzoek gebeurde onder leiding van Jelle Defrancq (veldwerkleider, Monument Vandekerckhove nv) en door Sofie Vanhoutte (erkend archeoloog, Agentschap Onroerend Erfgoed) en Raph De Brant (assistent archeoloog, Ruben Willaert nv). De berging van de menselijke resten vond plaats door en volgens de aanwijzingen van fysisch antropoloog Liesbeth Massagé (BAAC Vlaanderen bvba). Op het terrein waren geen externen betrokken in het kader van wetenschappelijke advisering. Gezien het een toevalsvondst betreft, is er geen sprake van een vooraf bepaalde strategie. Over een oppervlakte van zo’n 3m2 werd het terrein onderzocht. Het vlak was machinaal afgegraven tot net boven het niveau van de menselijke resten; deze werden verder manueel vrijgemaakt en opgeschoond. Alles werd nauwkeurig geregistreerd en gerecupereerd.
DOVO werd gecontacteerd voor ophaling van de munitie en de put kon naderhand door de uitvoerende firma terug aangevuld worden.