Tijdens het veldwerk, uitgevoerd op 28 – 30 december 2021, 3 januari en 17-18 februari 2022, werden in totaal 31 proefsleuven- en putten aangelegd. De sleuven werden aangevuld met twaalf kijkvensters in functie van de aangetroffen sporen, de schijnbaar lege zones en in functie van het te geven advies met betrekking tot eventueel verder onderzoek. Het proefsleuvenonderzoek werd niet volledig uitgevoerd conform de vooropgestelde vereisten, omschreven in het bekrachtigde programma van maatregelen. De afwijkingen en wijzigingen zijn doorgevoerd op basis van praktische maar weloverwogen redenen, dewelke hieronder worden gemotiveerd. Ook de resultaten van het landschappelijk bodemonderzoek hebben tot een aanpassing van de onderzoekstrategie geleid.
Op het terrein werden meerdere obstructies vastgesteld die het uitvoeren van het vooropgesteld sleuvenplan bemoeilijkten. Centraal in het projectgebied lagen meerdere grote storthopen. Deze zone, met een oppervlakte van ca. 5.324m2, kon niet worden onderzocht. Het projectgebied werd bovendien doorkruist door twee werfwegen. Tot slot moest in het centrumwesten voorzichtig omgesprongen worden met een zendmast en eventueel hiermee verbonden ondergrondse kabels. Een deel van de grote storthoop werd uiteindelijk na overleg met het Agentschap Onroerend Erfgoed en de bouwheer toch verplaatst zodat in deze zone bijkomende sleuven konden worden gegraven.
Het sleuvenplan wijkt sterk af van het vooropgestelde plan, voornamelijk in het zuiden van het terrein. Het zuidelijke deel van het projectgebied werd op basis van het landschappelijk bodemonderzoek als verstoord gekarteerd met als advies door middel van enkele sleuven- en profielputten de verstoring te gaan opzoeken om zo tot een afbakening van de verstoring te komen. Dit bleek tijdens het proefsleuvenonderzoek minder eenduidig dan vooraf gedacht. Zo bleek de zuidelijke zone slechts gedeeltelijk verstoord te zijn. De meest zuidwestelijke sleuf (sleuf 13) was tot aan de Wontergemstraat gaaf bewaard met een hoge sporendensiteit.
In totaal werd 10 % van het toegankelijk terrein onderzocht. De densiteit ligt hoger in het centrum en het noorden. In het zuiden werd 6,2% van het terrein onderzocht en in het centrum en noorden respectievelijk 12,4 – 13,7%.
De spoorvulling van de graven werd gescreend door middel van een metaaldetector.
Auteurs: De Raymaeker, Annelies
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: DE RAYMAEKER A., DUPONT L. & YPERMAN W. 2022: Nota: De resultaten van het proefsleuvenonderzoek aan de Wontergemstraat-Statiestraat te Dentergem, Studiebureau Archeologie bv, Tienen, 96.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: