Het onderzoek is naar aanleiding van nieuwbouw aan de Neerhofstraat 15. Uit het voorgaand proefsleuvenonderzoek bleek bijkomend natuurwetenschappelijk onderzoek noodzakelijk.
Tijdens dat onderzoek zijn stalen verzameld uit de gracht S1 en de kuil S7 met als doel deze sporen te dateren. Bovendien is de vulling van de gracht bemonsterd ten behoeve van natuurwetenschappelijk onderzoek teneinde meer informatie te vergaren omtrent het vroegere landschap.
Pollen (stuifmeel) is klein en schetst vaak een beeld van de regionale en lokale vegetatie. De achterliggende gedachte hierbij is dat pollen over het algemeen goed verspreidt. Macroresten, zoals zaden zijn groter en geven met name een beeld van de lokale plantengemeenschappen. Gecombineerd onderzoek van zowel macroresten als pollen geeft de best mogelijke interpretatie van de vroegere vegetatie. In een antropogeen spoor zoals een gracht is het goed mogelijk dat pollen en macroresten niet enkel op natuurlijke wijze de gracht hebben bereikt. Zo kan er bijvoorbeeld afval in de gracht terecht zijn gekomen. Aangezien cultuurgewassen vaak goed vertegenwoordigd zijn in afval, kunnen dergelijke sporen een belangrijke bron van informatie zijn voor wat betreft de voedingsgewoonten van de vroegere bewoners van dit gebied en de ambachtelijke activiteiten die zij ontplooiden. En dat er zo nu en dan materiaal in de gracht terecht kwam, bewijst de vondst van een houten schep in deze gracht. Deze schep is houtspecialistisch onderzocht.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Materiaalstudie en natuurwetenschappelijk onderzoek Neerhofstraat 15 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076763 (geraadpleegd op ).