Het sleuvenplan zoals opgenomen in het programma van maatregelen werd aangepast gezien zeer sterk vergraven gronden (cf. landschappelijke boringen) werden aangetroffen in het noordelijke deel van het plangebied. In deze zone werd dan ook geopteerd voor een sleuvenplan met segmentsleuven in hagelslagpatroon. In het zuidoostelijke deel van het terrein werden beter bewaarde bodems geattesteerd, waardoor de sleuven hier wel zoals voorzien werden doorgetrokken.
Er werden enkele kijkvensters aangelegd om de schijnbare afwezigheid van sporen te verifiëren. De grond werd gescheiden afgegraven en gestockeerd naast de sleuf. Na de voltooiing van de registratie van de sleuven werden deze gedicht.