De opgravingszone werd aangelegd in drie werkputten met oost-west oriëntatie. Werkput 1 situeerde zich in het noorden van de advieszone, werkput 2 vormde de centrale strook van de opgraving en werkput 3 omvatte het zuidelijke deel.
De teelaarde, het aangelegde vlak, de sporen en de storten werden onderzocht met een metaaldetector van het type XP Deus, maar leverde geen metaalvondsten op.
Verschillende sporen en structuren werden bemonsterd op houtskool. Er werd centraal in de opgravingszone een bodemprofiel geplaatst om de bodemopbouw te omschrijven.
Het archeologisch vlak werd aangelegd op één niveau, meer bepaald op het niveau van de Bt-horizont waarop de archeologische sporen zichtbaar werden. De Bt-horizont bevond zich op ca. 58cm (noorden) tot 70cm (zuiden) onder het huidige maaiveldniveau.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Leuvensesteenweg WZC Jan Hertog [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076832 (geraadpleegd op ).