Het landschappelijk booronderzoek werd uitgevoerd a.d.h.v. tien boringen. Op basis van de vraagstelling werden de boorpunten zo ingepland opdat aan de hand van de boringen vlakdekkende uitspraken kunnen gemaakt worden. De boringen in de noordelijke zone (BP1-BP4) bevonden zich ter hoogte van een verhard terrein en werden dan ook mechanisch uitgevoerd.
Het terrein werd geëvalueerd op basis van acht proefsleuven en één tussensleuf. Die tussensleuf werd aangelegd ter compensatie van de sleuven die niet volledig konden uitgevoerd worden omwille van een aanwezige torenkraan. In totaal werden dus negen sleuven getrokken met elke een noord-zuid oriëntatie. Gezien de nutsleiding in het noordoosten van het projectgebied, werd een bufferzone van 7 m tussen de leiding en de sleuven toegepast. De totale oppervlakte van het projectgebied 8.623 m² bedraagt. Daarbij wordt een ontoegankelijke zone van 1.059 m² in rekening gebracht door de aanwezigheid van een nutsleiding en torenkraan op het terrein. Uiteindelijk komt dit neer op een sleufbare oppervlakte van 7.564 m². Daarvan werd 982 m² onderzocht ofwel 12,9% van het totale projectgebied.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch vooronderzoek Callaertswalledreef [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076878 (geraadpleegd op ).