Tijdens de graafwerken van een kelder en garages voor een nieuw appartementsblok in de Gelijkheidstraat 3 en de Brederodestraat 101 werden bakstenen constructies aangetroffen die gefundeerd waren op een houten fundering. De graafwerken waren bij het melden van de toevalsvondst volop bezig maar door goede afspraken met de aannemer kon er eerst gewerkt worden in werkput 1 zodat de graafwerken in werkput 2 konden worden voortgezet. Na het beëindigen van de opgravingswerken in werkput 1 kon de aannemer daar zijn werkzaamheden verderzetten. Op die wijze stoorden de archeologen de graaf- en bouwwerken niet. De aannemer stelde eveneens een graafmachine ter beschikking om bijkomende graafwerken rond de funderingswerken uit te voeren zodat de archeologen vlotter en sneller konden verder gaan met het documenteren van de constructies.
De opgravingstrategie bestond erin de aanwezige resten zo goed mogelijk zichtbaar te maken zodat deze konden onderzocht en beschreven worden. Gezien de omstandigheden werden alleen de constructies voor- en bovenaan opgeschoond. Voor de achterzijde - de zijde van de steunberen van de constructie - werden drie plaatsen gekozen om op te schonen om een beter zicht te krijgen op de opbouw van de houten fundering onder de bewaarde steunberen. Op vier geselecteerde plaatsen kon een profiel worden gedocumenteerd. De funderingsrestanten konden niet worden bewaard in situ en brak men volledig af na het beëindigen van de opgraving.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Toevalsvondst Gelijkheidstraat-Brederodestraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076928 (geraadpleegd op ).