Gebeurtenis

Opgraving Burgse Baan 17

zaden- en vruchtenonderzoek, metaaldetectie, diatomeeënonderzoek, palynologisch onderzoek, archeologische opgravingen
ID
1076958
URI
https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076958

Beschrijving

In totaal zijn 3 werkputten aangelegd met een totale oppervlakte van ca. 1800 m². Dit is iets minder dan de advieszone uit het bekrachtigde Programma
van Maatregelen van OE id. 18291. Één voor één werden de putten afgegraven, waarbij de aarde alternerend gestockeerd werd op aangrenzende werkputten. Dit gebeurde in twee fasen waarbij eerst de graszoden of bovenste laag werd afgeschept en nadien werd verdiept tot op het archeologische niveau. Tussen twee vernoemde fasen werd het vlak door een erkend metaaldetectorist afgelopen waarbij de aangetroffen vondsten op puntlocatie werden ingemeten. Deze kregen een oplopend vondstnummer net zoals de andere vondsten gerelateerd aan sporen en losse vlakvondsten tijdens de aanleg met de kraan. Bij inzamelwijze op het vondstkaartje wordt volgende code vermelde DETECT en wordt bij het laagnummer of 1000 (onder de graszoden) of 5000 vermeld (in C-horizont). Tijdens de inventarisatie werd het sporenvlak onder begeleiding van een archeoloog machinaal aangelegd. De afgravingsdiepte van het archeologisch vlak varieerde tussen de 0,7 en 1,05 m onder het huidige maaiveld. De machinale aanleg van het archeologisch vlak gebeurde laagsgewijs, waardoor sporen die op een hoger niveau aan het licht kwamen, eveneens konden herkend worden.

De opgraving leverde sporen en vondsten op van de volle/late middeleeuwen tot de nieuwste tijd. Drie poelen/kuilen vertonen potentieel voor bewaring van organische resten en werden daarom bemonsterd voor paleo-ecologisch onderzoek. Daarvan werden er twee sporen gekozen voor onderzoek van diatomeeën, pollen en macroresten, met als doel om meer te weten te komen over het milieu binnen en rondom de sporen, de functie van de kuilen, eventuele fasering van de opvulling en over de vegetatie in de wijdere omgeving. Het diatomeeënonderzoek werd uitgevoerd om zo uit de soortensamenstelling af te leiden in wat voor omstandigheden de afzettingen gebeurde. Van de substalen voor diatomeeënanalyse is in het labo voor Paleontologie van de Universiteit Gent ongeveer 0,1 g droog sediment behandeld met H2O2 en HCl, respectievelijk om organisch materiaal en kalk te verwijderen. 
Verder werd ook een pollenanalyse uitgevoerd waarbij de substalen behandeld werden volgens de standaardprocedure in het labo voor Paleontologie van de Universiteit Gent. Bij het zaden en vruchten onderzoek werden de monsters eerst gezeefd met kraantjeswater onder lage druk op zeven van 2 mm en 0,5 mm. Hieruit werd het materiaal geselecteerd voor verdere analyse. Voor de determinatie van de zaden en vruchten is onder andere gebruik gemaakt van een collectie van recente zaden en vruchten, aanwezig bij GATE.

Auteurs: Deconynck, Jasper
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: GATE

Bronnen

Bron: Deconynck J. e.a. 2022 :EINDVERSLAG Opgraving 2018I181 Gistel Brugse Baan, Aalter.
Type: eindverslag (archeologieportaal)
Datum:

Bekijk gerelateerde erfgoedobjecten


Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Opgraving Burgse Baan 17 [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1076958 (geraadpleegd op ).

Beheerder fiche: Agentschap Onroerend Erfgoed

Contact

Heb je een vraag of opmerking over deze fiche? Meld het ons via het contactformulier.