Naar aanleiding naar aanleiding van de aanwezigheid van archeologische resten werd in het programma van maatregelen van het proefsleuvenonderzoek het volledige projectgebied geselecteerd voor verder vlakdekkend onderzoek. Het onderzoeksgebied heef een oppervlakte van 10.874m². Voor aanvang werd het terrein ingedeeld in vijf noordwest – zuidoost georiënteerde werkputten die achtereenvolgens werden onderzocht. Deze afzonderlijke werkputten hebben een breedte van ca. 20m. De grond werd gescheiden uitgegraven (scheiding teelaarde – ondergrond). De afgegraven grond werd gestockeerd op beide flanken langs de werkput. Wanneer de desbetreffende werkput archeologisch onderzocht was, werd de werkput opnieuw gedicht. Voor de aanleg van de verschillende archeologische vlakken werd gebruik gemaakt van een rupskraan met een vlakke graafbak van 1,80m breed. Het vlak manueel opgeschoond om de leesbaarheid te optimaliseren. Teneinde een goed beeld te krijgen van de bodemopbouw werden verspreid over het terrein 6 bodemprofielen geregistreerd.