Het veldwerk vond plaats tussen 20 december 2021 en 7 februari 2022. Voor aanvang werd een werkputtenplan opgesteld. Dit verdeelde het plangebied in vier werkputten (WP 1-4) die achtereenvolgens werden onderzocht. Deze afzonderlijke werkputten hebben een breedte van ca. 20m. Via deze indeling kan de afgegraven grond steeds makkelijk langs de werkput gestockeerd worden en is er een voldoende ruim beeld van de aangetroffen sporen. Voor de aanleg van de verschillende werkputten werd gebruik gemaakt van een rupskraan met een vlakke graafbak van 1,8m breed. Het graafwerk is zo uitgevoerd dat de teelaarde gescheiden bleef van de onderliggende horizonten. De afgegraven grond werd (indien mogelijk) gestockeerd op beide flanken langs de werkput. Het volledige terrein kon zoals voorzien worden opgegraven met uitzondering van een smalle strook in het zuidwesten van het plangebied. Daar was een recente fundering aanwezig met een collector voor afvalwater. Ook werd een veiligheidsmarge in acht gehouden met de muur van de nog bestaande bebouwing in het zuiden van het plangebied. Verder werd op een bulkstaal ook een C14-datering uitgevoerd.