Het proefsleuvenonderzoek kon niet worden uitgevoerd zoals voorzien. Ter hoogte van het voormalig bos (zuidelijk deelgebied) had 50% van het areaal te kampen met wateroverlast en beperkte de aanleg van de sleuven zich tot de (meest) droge delen van het terrein. Het noordelijk deelgebied betreft een parkeerterrein dat tot de aanvang van de geplande werken nog in gebruik blijft. Ondanks het tijdelijk parkeerverbod bevonden zich twee auto’s binnen de contouren van het projectgebied. Langs de oostelijke rand van de parking kon een continue sleuf (SL4) worden aangelegd. Om schade aan de verharding van de eigenlijke parkeerzone zoveel mogelijk te beperken werd in deze zone gestart met proefputten (SL5 en SL6). In het geval van een positief resultaat (aanwezigheid van archeologisch relevante sporen en/of artefacten) zou worden overgegaan tot de aanleg van continue proefsleuven. Op basis van het duidelijk negatief resultaat (aanwezigheid van een structurele bodemverstoring) was de aanleg van bijkomende continue sleuven niet noodzakelijk en niet wenselijk in deze specifieke zone.
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Proefsleuvenonderzoek Dorpsstraat (fase 2) [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1077086 (geraadpleegd op ).