In de initiële bureaustudie werd een matige tot hoge verwachting op steentijdsites en sporenvindplaatsen vanaf het neolithicum t.e.m.
volle middeleeuwen vooropgesteld. Na het landschappelijk booronderzoek en het verkennend archeologisch booronderzoek werd op
basis van de afwezigheid van indicatoren de verwachting op steentijdsites teruggebracht naar laag. De archeologische verwachting
voor sporensites bleef echter matig tot hoog. Dit door een gunstige landschappelijke ligging en de nabijgelegen archeologische
indicatoren. Met de resultaten van het proefsleuvenonderzoek kan deze archeologische verwachting worden bijgeschaafd tot laag.
Auteurs: Anoniem
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: Agentschap Onroerend Erfgoed (AOE)
Bron: THOMAS G.., PHILIPSEN F., RYSSAERT C. en I. DEPAEPE 2023: Archeologienota Gaverbosdreef-Zuidlaan te Zwalm deel woonzorgcentrum, RAAP België rapport 680, Eke.
Type: archeologienota (archeologieportaal)
Datum: