Voor het landschappelijk booronderzoek werden, verspreid over de drie deelgebieden, in totaal 57 boringen, telkens in verspringend driehoeksgrid van 24 meter bij 20 meter geplaatst. Om een zicht te krijgen in de bodemopbouw werd er per deelgebied één transect genomen. Langs de Sint-Niklaasstraat werden er 3 proefsleuven aangelegd met noordwest-zuidoost-oriëntatie en werd aangevuld met een kijkvenster. Op deze manier werd in totaal een oppervlakte van 262 m² onderzocht. Dit komt overeen met een dekkingsgraad van 10,6 %. Langs de Molenstraat werden drie proefsleuven aangelegd waarvan 1 korte met noordoost-zuidwestoriëntatie, 1 lange met noordwest-zuidoost-oriëntatie die werd aangevuld met een kijkvenster en 1 sleuf die een rechte hoek vormde aan de zuidwestzijde. Er werd 395 m² onderzocht of 7% van het onderzoeksgebied. Langs de Laarstraat werden drie proefsleuven aangelegd met noordoost-zuidwest-oriëntatie en werd aangevuld met een kijkvenster. Op deze manier werd er in totaal een oppervlakte van 875 m² onderzocht of 10 % van de dekkingsgraad. Op deze manier werd in totaal een oppervlakte van 218 m² onderzocht. Dit komt overeen met een dekkingsgraad van 9,5 % en stelt de erkend archeoloog in staat om een goede inschatting te maken van de archeologische waarde van het bodemarchief.
Auteurs: Beldé, Griet Datum: De tekst wordt ter beschikking gesteld door: ABO NV
Je kan deze pagina citeren als: Inventaris Onroerend Erfgoed 2024: Archeologisch vooronderzoek Laarstraat, Molenstraat en Sint-Niklaasstraat [online], https://id.erfgoed.net/gebeurtenissen/1080292 (geraadpleegd op ).