Op 3 mei 2019 werd een belangrijke archeologische toevalsvondst gedaan op de percelen met nummer Herent, 3de afdeling, sectie H, percelen 432y, 432z en 432a2. Via het portaal voor toevalsvondsten van het agentschap Onroerend Erfgoed werd melding gemaakt van de vondst. De vondst werd op een adequate manier geregistreerd door een medewerker van het agentschap Onroerend Erfgoed, archeoloog Marc Brion. De opmetingen gebeurden door landmeter-expert Johan Van Laecke. De registratie van de archeologische vondst omvatte het documenteren van een cirkelvormig spoor in het sporenvlak en in de coupe, en het verzamelen en registreren van vondsten en stalen bij het couperen en leeghalen van het spoor.
Het aardewerk werd bestudeerd door Ron Bakx (specialist prehistorisch aardewerk BAAC Vlaanderen), het natuursteen door Carola Stern (specialist natuursteen BAAC Vlaanderen). Er vond een assessment plaats op de stalen voor natuurwetenschappelijk onderzoek. Pollenonderzoek werd niet zinvol geacht, omdat dit materiaal in deze regio en ondergrond zeer slecht bewaard blijft. Onderzoek naar botanische macroresten, determinatie van de aanwezige houtskool had wel potentieel tot kenniswinst. Uit elk van de twee vullingen werden twee stalen geselecteerd voor waardering. De botanische stalen werden gewaardeerd door Brigitte Cooremans. Er werd zeer weinig materiaal in de stalen aangetroffen. Daarmee was een analyse niet zinvol, evenmin verder onderzoek naar houtskool en analyses voor een 14C-datering. De vondsten en stalen werden gedeponeerd in het depot van de Vlaamse Overheid te Vilvoorde, door conservatrice Lore Poelmans.