Voor het landschappelijk bodemonderzoek werden drie manuele boringen uitgevoerd volgens een verspringend driehoeksgrid van 30 x 40 m.
Door middel van proefsleuven werd een oppervlakte opengelegd van 204,08 m². Dit is 7,28 % van de te onderzoeken zone. Door middel van kijkvensters werd een oppervlakte opengelegd van 77,19 m². Dit is 2,75 % van de te onderzoeken zone. Dit betekent dat 10,03 % van de te onderzoeken zone onderzocht werd, ondanks de niet onderzoekbare zone. Er werden in totaal 6 werkputten (5 proefsleuven en 1 kijkvenster) aangelegd.