Verspreid over het projectgebied werden 5 landschappelijke boringen geplaatst.
Voor het verkennend archeologisch booronderzoek werd een boorgrid van 10 bij 12 meter gebruikt. In totaal werden 24 boringen gezet.
De oppervlakte van het projectgebied bedraagt ca. 3170 m². In totaal werd hiervan 400 m² door middel van proefsleuven onderzocht, hetgeen neerkomt op 12,6 % van het projectgebied. Er werden twee kijkvensters aangelegd om de schijnbare afwezigheid van sporen te bevestigen, en om de onmogelijkheid om de meest westelijke geplande sleuf te kunnen aanleggen te compenseren.