Het landbouwbedrijf Deprez Agro uit Ieper plande een nieuw waterbufferbekken op de landbouwgrond achter het erfgoeddepot DEPOTYZE en de Provinciale Dienst Provinciehuis Potyze – respectievelijk Zonnebeekseweg 363 en 361. De oppervlakte van de geplande bodemingreep was kleiner dan 5000m2 waardoor er geen archeologietraject noodzakelijk was en de vergunning verleend kon worden met als één van de voorwaarden dat eventuele archeologische vondsten gemeld moesten worden aan de onroerend erfgoeddienst CO7. De grondwerken – het afgraven van de teelaarde – werden aangevat op 11 mei 2021 en werden opgemerkt door Jan Decorte, die vanuit het erfgoeddepot DEPOTYZE een uitstekend zicht had op de locatie. Na een plaatsbezoek was snel duidelijk dat er archeologische sporen, meer bepaald uit de Eerste Wereldoorlog, aanwezig waren binnen de afgegraven zone. Daarop meldde Jan Decorte de toevalsvondst aan het Agentschap Onroerend Erfgoed die de toevalsvondstprocedure in gang zette, zodat een archeologisch onderzoek kon ingepland worden alvorens het archeologisch bodemarchief verder vernietigd zou worden. Het landbouwbedrijf werd gevraagd om de werken te staken na het afgraven van de teelaarde. Omwille van een periode van zware regenval die volgde op de afgraving van de teelaarde, werd de start van de opgraving uitgesteld van 17 mei naar 25 mei 2021. Ruben Willaert nv voerde in opdracht van het agentschap de opgraving uit.
De geweermunitie werd uit het archeologisch ensemble gehaald en aan DOVO overhandigd. De overige vondsten en onderzoeksdocumenten werden gedeponeerd in het archeologisch erfgoeddepot te Ieper (Depotyze). Het digitaal archief is overgemaakt aan het agentschap Onroerend Erfgoed. De houtstalen werden bemonsterd. Deze houtstalen en -monsters werden nadien niet weerhouden in het archeologisch ensemble. Ook de bodemstalen werden gewaardeerd en nadien niet weerhouden wegens negatief resultaat.