Het terreinonderzoek vond plaats op woensdag 17 juni 2020 en werd uitgevoerd door Sofie Vanhoutte (veldwerkleider, OE), Merel Van Eynde (fysisch antropoloog – archeoloog, Adede) en Jolien Vranken (archeoloog, Adede). De menselijke resten werden – zo goed als mogelijk in de gegeven omstandigheden – vrijgelegd en gedocumenteerd door fysisch antropoloog Merel Van Eynde. De opmetingen gebeurden door Johan Van Laecke, landmeter-expert van het agentschap.
De bodemomstandigheden en de positie aan de top van het grondwaterniveau maakten een vrijlegging en opschoning van het opgravingsvlak in zijn geheel onmogelijk. De erkend archeoloog nam de beslissing het terreinonderzoek noodgedwongen te beperken tot iets meer dan de oostelijke helft van de ruimte. Het opschonen en de registratie moesten omwille van het grondwater ook noodgedwongen zone per zone gebeuren.
De menselijke resten die konden gelicht worden, zijn zeer beperkt maar wel zeer goed bewaard. Deze zijn aan een fysisch-antropologische analyse onderworpen. Het staal dat genomen werd van de kistplank van Graf 3 – ook het hout was nog in perfecte staat – werd dendrochronologisch geanalyseerd.