Voor de veldkartering, in de vorm van metaaldetectie, werden parallelle prospectielijnen met een tussenafstand van 10 m uitgezet.
Voor het landschappelijk booronderzoek werden 10 manuele boringen uitgevoerd. De boringen werden uitgevoerd volgens een verspringend driehoeksgrid van 40 x 50 m.
Voor het verkennend archeologisch booronderzoek werden 152 boringen geplaatst binnen het plangebied.
Voor het waarderend archeologisch booronderzoek werden 81 boringen geplaatst binnen het plangebied.
Er werden 19 werkputten (16 proefsleuven en 3 kijkvensters) aangelegd. De proefsleuven lagen parallel aan elkaar, hadden een breedte van 2 m en werden machinaal aangelegd. Zo werd door middel van proefsleuven en kijkvensters een oppervlakte opengelegd van 1982 m2. Dit is 10,93 % van de te onderzoeken zone. Als we de te onderzoeken zones verminderen met de zones waar bijkomend onderzoek naar steentijd artefactensites nodig is en waar daarom geen proefsleuven aangelegd mochten worden, werd 12,21 % onderzocht.
Auteurs: Reyns, Natasja
Datum:
De tekst wordt ter beschikking gesteld door: BAAC Vlaanderen bvba; All-Archeo bv
Bron: REYNS N. 2023: Nota Melle - Kouterslag. Rapporten All-Archeo bv 1497.
Type: nota (archeologieportaal)
Datum: