Het onderzoek naar de burchtruïne van Burstem kadert in een project om deze burchtruïne te stabiliseren en toeristisch te ontsluiten. Binnen dit project zijn er verschillende fasen. De vier fasen betreffen:
De stabilisering van de burchtruïne en het ruimen van het puin in de burchtruïne.
De bouw van een nieuwe toegangsbrug op basis van het nog net zichtbare bruggenhoofd en aanleg van een pad rondom de burchtruïne.
Het uitgraven van de gracht tot waar het natuurlijk grondwater de gracht kan vullen.
De heraanleg van het plein voor de westtoren van de Sint-Laurentiuskerk.
Elk van deze 4 fasen hebben in het programma van maatregelen een vervolgtraject opgelegd gekregen:
Werfbegeleiding van het verwijderen van het puin in de toren zelf
Opgraving van de funderingslocaties van de nieuwe toegangsbrug en het pad rondom de burcht.
Werfbegeleiding bij het uitgraven van de gracht (niet uitgevoerd in deze fase)
Proefputten (voor mogelijke skeletten) op het plein voor de westtoren van de Sint-Laurentiuskerk (niet uitgevoerd in deze fase)
Tijdens het onderzoek werd er niet afgeweken van het programma van maatregelen aangezien hierin reeds bepaalde beperkingen en afwijkingen waren opgenomen ten opzichte van de Code van Goede Praktijk aangezien de archeologische vondsten zo veel mogelijk intact dienen te blijven. Ook de aanpassing van de geplande werken vormt geen afwijking aangezien deze volledig plaatsvinden binnen de betrokken percelen en er geen significant verschil zit op de oorspronkelijk geplande werken en de uiteindelijk uitgevoerde werken. Het onderzoek gelinkt aan het uitgraven van de gracht onder de nieuwe brug is niet uitgevoerd aangezien de gracht niet werd uitgegraven, mogelijk zal dit gebeuren samen met het uitgraven van de gracht rond de burcht. Dit laatste zit niet vervat in deze begeleiding, maar is wel opgenomen in het programma van maatregelen van de archeologienota.