De advieszone die naar voren werd geschoven door het bureau-en proefsleuvenonderzoek omvatte het oostelijke gedeelte van het projectgebied en had een oppervlakte van ca. 10.290m2. Het onderzoeksgebied werd opgedeeld in 4 werkputten met een noordoost-zuidwest oriëntatie. Het archeologische vlak werd aangelegd op één archeologisch niveau, meer bepaald in de top van de C-horizont. Deze bevond zich op ca. 40 à 70cm diepte. Er werd gebruik gemaakt van een metaaldetector om zo volledig mogelijk te werk te kunnen gaan. De opgraving liep van maandag 8 november 2021 tot en met dinsdag 7 december 2021. Echter keerden de archeologen op dinsdag 22 februari 2022 terug naar de site om de waterhoudende structuren S4 en S36 te onderzoeken na de installatie van bronbemaling.
Alle sporen en vondsten kregen een uniek nummer, werden beschreven en geregistreerd via foto’s en opmetingen. De grondsporen werden geregistreerd, gecoupeerd en onderzocht. Er werden 35 inventarisnummers uitgedeeld aan stalen: houtskoolmonsters (20), monsters verbrand botmateriaal (3), pollenmonsters (4), monster met stalen van houten planken (1) en grondstalen (7). 5 stalen werden gewaardeerd voor verder wetenschappelijk onderzoek.