Het onderzoek werd uitgevoerd op 28 juni 2023 door assistent-aardkundige Lisa Malfliet. Zoals aangegeven in het Programma van Maatregelen (Archeologienota ID24796) werden tijdens dit landschappelijk bodemonderzoek aan de Luchterenkerkweg in Dongen (Gent) 4 boringen uitgevoerd. Bij de uitvoering van dit vooronderzoek werd slechts in beperkte mate afgeweken van de geplande boorlocaties omwille van de aanwezigheid van omheiningen en gewassen (moestuin). De boringen werden aan de hand van een GPS-toestel uitgezet en handmatig uitgevoerd met een Edelmanboor (diameter 7cm). Het opgeboorde sediment werd ter plaatse in sequentie gelegd op een egale achtergrond en de bodemopbouw geregistreerd. Er werden hierbij geen stalen bijgehouden of uitgezeefd.
Het proefsleuvenonderzoek werd uitgevoerd in uitgesteld traject (zie Archeologienota ID24796). Het plangebied diende conform de Code van Goede Praktijk te worden onderzocht. Minstens 10% van de oppervlakte van het plangebied moest met de aanleg van proefsleuven vrijgelegd worden. Aanvullend moest 2,5% van de oppervlakte van het onderzoeksgebied door middel van kijkvensters en/of dwars- of volgsleuven geëvalueerd worden. In het Programma van Maatregelen werd de aanleg van 5 proefsleuven verspreid over de volledige oppervlakte van het onderzoeksgebied voorzien. De afstand tussen de sleuven bedroeg maximaal 15m as op as. De oriëntatie van de proefsleuven werd haaks op de straat gepland. Dit resulteerde in een NO-ZW oriëntatie voor de proefsleuven. Tijdens het veldwerk werd ernstig van het voorgestelde proefsleuvenschema afgeweken. Gezien de bestaande tuin met alle aanhorigheden (tuinhuizen, afbakeningen, serre, moestuin, etc.) nog in gebruik blijft door de fasering van de uitvoering van de verkaveling, waarbij voorlopig enkel de woning aan de straat zelf wordt gerealiseerd, diende hier terdege rekening mee gehouden te worden. Om te streven naar een voldoende dekking en spreiding werd het proefsleuvenplan aangepast aan die toestand. Op het noordelijk weiland werden drie lange parallelle proefsleuven gepland met een NO-ZW-oriëntatie. Op de zuidwestelijke tuin waren meer obstakels, waardoor het proefsleuvenplan creatiever is aangepakt. Er zijn twee korte sleuven tussen de bestaande bomen en binnen de westelijke afsluiting, twee parallelle NWZO georiënteerde sleuven aan weerzijden van de kleine zuidelijke boomgaard, één licht gebogen proefsleuf haaks daar op door het centrale deel die aansluit op sleuf 4 en een korte proefsleuf in de zuidoostelijke moestuin. Voor de aanvang van het proefsleuvenonderzoek werden de geplande sleuven op het terrein met een GPS-toestel uitgezet. De locatie van de kijkvensters werd gekozen in functie van de grootste kenniswinst: vaststellen of de aangetroffen sporen deel uitmaken van een groter geheel en bepalen of er een mogelijkheid tot datering was.