Het proefsleuvenonderzoek vond plaats op een site met een matig complexe verticale stratigrafie. Het sleuvenplan zoals opgenomen in de bureaustudie voorzag in de aanleg van 5 parallelle NW-ZO georiƫnteerde sleuven. Dit plan werd volledig gevolgd. Er werden enkele kijkvensters/volgsleuven aangelegd om de aan- of afwezigheid van sporen te controleren en om een ruimer beeld rond de brandrestengraven en bewoningssporen te krijgen. Gezien de archeologische resultaten van het vooronderzoek is een verdere opgraving nodig. In het noordelijke deel wordt een zone van ca. 1000m2 afgebakend die de twee brandrestengraven omvat. In het zuidelijke deel wordt ca. 700m2 geselecteerd waarbinnen de bewoningssporen worden verwacht. Een grotere afbakening is enerzijds door het ontbreken aan archeologische sporen en anderzijds door de hogere verstoringsgraad niet zinvol.