De methode van parallelle proefsleuven wordt gebruikt. Over het terrein worden systematisch parallelle proefsleuven van ca. 1,80 - 2 m breed aangelegd met een tussenafstand van maximaal 15 meter. Rekening houdend met de specifieke topografie van het onderzoeksterrein worden de proefsleuven dwars over de lokale rug in het landschap aangelegd.
Er wordt 327 lopende meter proefsleuven ingepland, goed voor 598 m2 onderzochte oppervlakte. Het totale terrein is 5.033 m2 groot. Op deze manier wordt met de proefsleuven 11,88 % van het terrein onderzocht. De bedoeling is om met de proefsleuven en de kijkvensters ca. 12,5% van het terrein te onderzoeken.