Binnen de volledige onderzoekszone (zones 1 en 2) worden vier proefsleuven aangelegd met een noord-zuid oriëntatie. In totaal gaat het om ca. 242,5 lopende meter. Dit komt neer op ca. 485 m2 wat op haar beurt overeenkomt met ca. 10,05% van de onderzoekszone (ca. 4.822 m2). De proefsleuvenworden, indien nodig, aangevuld met kijkvensters zodat een totale dekking van 12,5% van de totale te onderzoeken oppervlakte bekomen wordt. Deze kijkvensters worden dusdanig aangelegd dat een duidelijk beeld verkregen wordt omtrent de aan- of afwezigheid, bewaringen aard van eventuele archeologische sites. Indien er meerdere archeologische niveaus aanwezig zijn, met betrekking tot bijvoorbeeld begraving, kan er worden geopteerd op plaatselijk over te gaan in proefputten met complexe stratigrafie. . Om de werken volgens deze fasering uit te kunnen voeren, was het noodzakelijk het archeologisch vooronderzoek ook gefaseerd uit te voeren.
Fase 1, in deze nota beschreven, omslaat het noordoostelijke deel van het terrein en heeft een oppervlakte van ca. 1.854 m2. Fase 2 zou bijgevolg een oppervlakte van ca. 2.968 m2 omvatten en vindt op een later moment plaats. In totaal is de advieszone voor archeologisch onderzoek ca. 4.822 m2 groot.